02-04-2025
Deel dit bericht

'Nederlands afvalbeleid is inconsequent'

Sinds de invoering van de Nederlandse afvalimportheffing wordt er in het Verenigd Koninkrijk meer afval gestort. "Het Nederlandse afvalimportbeleid draagt niet bij aan een schonere planeet, want door het storten neemt de uitstoot van het schadelijke broeikasgas methaan toe", stelt Jarno Stet. Hij is secretaris van de National Association of Waste Disposal Officers.

Directe aanleiding voor het gesprek met Jarno Stet is de Britse rapportage Call for Evidence, waarin stakeholders hun visie geven op de huidige en toekomstige afvalverwerking. Wat blijkt? Nederlandse maatregelen die de import van afval ontmoedigen, hebben een averechts effect op het internationale klimaatbeleid. Zo belandt Brits restafval in het Verenigd Koninkrijk weer vaker op de stort.

Stet licht toe: "Als je kijkt naar wat er in Groot-Brittannië wordt gestort, dan betreft dat hoofdzakelijk RDF-achtig materiaal (refuse-derived fuel, afval dat geschikt is als brandstof). Dit afval hoort in een afvalenergiecentrale (AEC), waar het kan worden omgezet in warmte of energie. Dat is veel milieuvriendelijker dan storten, waarbij methaan vrijkomt. Voorheen ging dit Britse afval naar Nederland, maar door de hogere kosten belandt het nu weer op de stort.”

Over de gevolgen: “Dit leidt niet alleen tot een hogere methaanuitstoot, maar veroorzaakt ook andere milieuproblemen, zoals bodem- en grondwatervervuiling door percolaatwater (vervuild water dat ontstaat als regenwater door een stortplaats sijpelt en daarbij chemische stoffen uit het afval opneemt. Dit water kan zware metalen, chemicaliën en andere verontreinigende stoffen bevatten, red.)."

Nederlandse importheffing werkt averechts

Nederland stelt dat de importheffing andere landen moet stimuleren om zelf AEC-capaciteit bij te bouwen. Stet vindt dat een misleidend argument: "In het VK waren we al bezig met het bouwen van AEC’s, en de komende jaren komt er nog eens vijf miljoen ton aan capaciteit bij. Maar AEC’s staan er niet van de één op de andere dag, dat kost tijd. Tot die tijd moeten we storten, terwijl dat restafval gemakkelijk, snel en milieuvriendelijk in Nederland verwerkt kan worden. Dat zouden we, met het oog op het klimaat, zonder extra heffingen moeten kunnen blijven doen totdat er in het VK voldoende capaciteit beschikbaar is."

Het kan overigens nog jaren duren voordat er voldoende capaciteit is, want ondanks de forse investeringen voorspelt het Department for Environment, Food & Rural Affairs (DEFRA), het Britse ministerie voor Milieu, dat het VK in 2035 nog steeds 500.000 ton brandbaar afval moet exporteren.

Stet verduidelijkt: "De capaciteit die we nu bijbouwen is gebaseerd op de huidige hoeveelheid afval. Maar die hoeveelheid kan toenemen door economische groei, bevolkingsgroei, veranderde consumptiepatronen, noem maar op. Of bij calamiteiten. Je kan een miljoen ton AEC-capaciteit bouwen, maar als de beschikbaarheid van deze installaties tijdelijk afneemt door bijvoorbeeld calamiteiten of onderhoudstops, kom je toch weer capaciteit tekort."

Is investeren in Britse AEC-capaciteit überhaupt zinvol, nu Europa vol inzet op een circulaire economie? "De circulaire economie suggereert dat afval in de toekomst verdwijnt, maar dat is niet realistisch," zegt Stet. "Ondanks beleidsclaims blijft de hoeveelheid afval hoog. De circulaire economie zou zogenaamd groene economische groei stimuleren maar gaat compleet voorbij aan het verminderen van afval en onze enorme consumptie. Het concept is cliché geworden. De focus zou moeten liggen op minder consumptie en minder afval."

Circulaire economie geen oplossing voor alle afval

De circulaire economie gericht is op hergebruik van materialen, maar er zijn ook afvalstromen die vanwege hun schadelijke samenstelling niet gerecycled kunnen worden en daarom thermische verwerking vereisen. Stet: “Denk aan producten die met zeer zorgwekkende chemicaliën als brandvertragers en coatings zijn behandeld, zoals gestoffeerde meubelen, gordijnen, vloerbedekking en matrassen. De historische versies van deze producten zijn bijvoorbeeld behandeld met brandvertragers die persistent organic pollutants (POPs*) zijn.” (POPs zijn chemische stoffen die zeer slecht afbreekbaar zijn in het milieu en een risico vormen voor de gezondheid van mens en dier, red.). Stet: ,,Dat materiaal mag dus niet gerecycled worden. Er is ook een hele reeks andere producten, waaronder bepaalde verpakkingen die met PFAS zijn behandeld en/of andere zorgwekkende stoffen bevatten, die in de toekomst alleen thermisch verwerkt mogen worden. De ontwikkelingen rondom deze stoffen zijn recent in een stroomversnelling geraakt, nadat werd vastgesteld dat ze de waterkwaliteit aanzienlijk hebben aangetast. Ondanks recente verboden op het gebruik ervan, is bekend dat deze zorgwekkende stoffen de komende decennia in grote hoeveelheden in afvalstromen zullen blijven voorkomen en thermisch vernietigd moeten worden.”

Ook wijst Stet op een ander probleem: "Recycling alleen lost het afvalprobleem niet op. Recycling produceert altijd residuen en virgin materiaal is nodig om de kwaliteit te behouden. Elke keer dat je iets verwerkt, sorteert of recyclet, komt er minimaal 10 procent residu uit, maar vaak meer. Overheden zouden zich om die reden niet alleen moeten richten op recycling, maar ook op het verminderen van onnodig afval en het verbeteren van de kwaliteit van ingezamelde materialen. Producten zoals elektronica en fast fashion dragen bij aan de groeiende afvalberg doordat ze snel verouderen."

Slimmere aanpak: emissiecertificaten

De Nederlandse afvalimportheffing vloeit voort uit het Urgenda-vonnis, dat Nederland verplicht de CO₂-uitstoot te verminderen. Dit leidt echter tot een dilemma: het afbouwen van de eigen AEC-capaciteit vermindert op termijn de CO₂-uitstoot in Nederland, maar zorgt elders voor meer afvalstort en dus een hogere methaanuitstoot.

Stet: "Het Nederlandse beleid heeft inderdaad een paradoxale uitwerking: Nederland verlaagt zijn eigen CO₂-uitstoot, maar draagt bij aan een stijging van de methaanuitstoot elders. Dit lost de mondiale uitstootproblemen niet op, maar verschuift ze. Het beleid illustreert hoe economische, milieukundige en politieke belangen met elkaar verweven zijn en hoe dat onbedoelde gevolgen heeft voor de wereldwijde afvalverwerking en CO₂-uitstoot."

Stet pleit voor een pragmatische oplossing: "Maak gebruik van Artikel 6 van het Klimaatakkoord van Parijs, zodat Nederland Brits afval kan verwerken in ruil voor emissiecertificaten. Dit zou zowel de methaanuitstoot in het VK verminderen als Nederland helpen om zijn eigen klimaatdoelen te halen."

Makkelijk doelwit voor kabinet

Volgens Stet wordt er in Nederland te vaak ten onrechte met een beschuldigende vinger naar de uitstoot van afvalverwerkers gewezen: "De werkelijke oorzaak van de broeikasuitstoot ligt in de enorme productie en consumptie van vaak moeilijk te recyclen producten. Het Nederlandse beleid om afvalimport economisch vrijwel onmogelijk te maken is bovendien inconsequent, aangezien andere afvalstromen nog steeds de grens passeren. Nederland zou ook moeten stoppen met het exporteren van al zijn eigen afval om consequent te zijn in zijn eigen beleid."

Over de extra nationale heffingen waaronder Nederlandse AEC’s gebukt gaan, zegt Stet: "Afvalverwerkers worden door het Nederlandse kabinet kennelijk gezien als makkelijke doelwitten voor CO₂-besparing, want in tegenstelling tot andere grote uitstoters kunnen zij niet vertrekken naar landen met minder strenge milieumaatregelen. Maar in plaats van hen te belasten met onevenredige kosten, zou de focus moeten liggen op een bredere, internationale oplossing die daadwerkelijk bijdraagt aan een duurzamer afvalbeleid."

Afvalvergroeners.nl maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn, daarnaast willen we graag uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u beter en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?