Schrappen plastictaks? De burger betaalt de prijs
Het lijkt aantrekkelijk: het kabinet wil de plastictaks schrappen voor producenten van plastic verpakkingen. Maar achter dat besluit schuilt een ongemakkelijke waarheid: de rekening verdwijnt niet. Die wordt doorgeschoven naar de afvalsector en daarmee uiteindelijk naar de burger.
Minder belasting voor producenten, méér voor afvalverwerkers
Door het schrappen van de heffing op moeilijk recyclebaar plastic vervalt een financiële prikkel voor producenten om duurzame alternatieven te kiezen. In plaats daarvan wordt de afvalsector geconfronteerd met een fikse nationale CO₂-heffing die kan oplopen tot 150 euro per ton afval. Ter vergelijking: in Duitsland en België is dat slechts 5 tot 30 euro.
Weglek naar het buitenland
Deze scheve belastingdruk maakt het aantrekkelijk om Nederlands afval naar het buitenland te exporteren. Niet omdat dat beter is, maar omdat het goedkoper is. Daarmee verliest Nederland waardevolle grondstoffen, werkgelegenheid én grip op zijn eigen recyclingdoelen.
Verduurzaming komt tot stilstand
Afvalenergiecentrales hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het terugdringen van hun CO₂-uitstoot. De nieuwe heffing ondermijnt die inspanningen. Want als de uitstoot wordt afgevangen, is er niets meer om belasting over te heffen — en dus moet de heffing per ton nóg verder omhoog.
De consument draait op
Uiteindelijk komt de rekening bij de consument te liggen. Niet via het winkelmandje, maar via de vuilniszak. De afvalstoffenheffing stijgt, terwijl het beleid dat verduurzaming zou moeten stimuleren, juist leidt tot hogere lasten.
Daarom onze oproep:
- Verzin een betere bestemming voor de plastictaks.
- Laat de vervuiler betalen.
- Stimuleer echte verduurzaming
- Zorg dat Nederland zijn eigen afval op een verantwoorde manier blijft verwerken.