Betekent dit dat we in Nederland meer huizen en bedrijven aan warmtenetten moeten koppelen? ,,Nieuwe woningen zijn meestal al ‘all electric’ of worden soms op een (al bestaand) warmtenet aangesloten. Voor bestaande woningen kan het een efficiënte en de goedkoopste oplossing zijn, dat hangt af van de warmtebron. Een collectief systeem met duurzame warmte, bijvoorbeeld gevoed met industriële restwarmte of aardwarmte, is helemaal goed. Voor een individueel warmtesysteem is echter een warmtepomp op elektriciteit nodig. Dat is vaak een duurdere oplossing en betekent een extra belasting voor het toch al overbelaste elektriciteitsnet.”
Over WarmtelinQ
Brandligt noemt industriële restwarmte, waaronder ‘warmte uit afval’, duurzaam. ,,Mits het ook echt restafval betreft en aan alle randvoorwaarden is voldaan”, benadrukt hij. ,,Als wethouder heb ik ook nooit iets gemerkt van enige weerstand tegen warmte uit een afvalenergiecentrale (AEC). Zelf ben ik ook erg enthousiast over WarmtelinQ, de ondergrondse leiding voor restwarmte afkomstig van afvalcentrale AVR en restwarmte uit de Rotterdamse haven; hiermee kunnen huizen en bedrijven in Zuid-Holland duurzaam, zonder aardgas, worden verwarmd.” Brandligt vindt het wel belangrijk dat voor afvalwarmte echt ‘niet-recyclebaar’ restafval wordt gebruikt dat anders op de stort belandt.
Milieubelang
Door het Europese tekort aan afvalverwerkingscapaciteit eindigt dit restafval in sommige landen namelijk nog steeds op een stortplaats en dat leidt tot schadelijke methaanuitstoot. Nederlandse AEC’s kunnen dat Europese restafval omzetten in warmte en energie, maar het kabinet ontmoedigt afvalimport omdat het de eigen CO2-reductiedoelstelling voorrang geeft boven het Europese milieubelang. Het kabinet vindt dat elk land zijn eigen afvalverwerkingsinstallatie moet hebben, maar gelet op de verschillende afvalstromen is dat niet erg realistisch. Nederland is sterk in het verwerken van restafval, in onze buurlanden is de capaciteit juist ingesteld op andere afvalstromen.
Integraal afvalbeleid
Voor Brandligt ligt de prioriteit bij de circulaire economie, maar hij erkent: ,,We zullen altijd een stroom restafval overhouden”. Daarom luidt zijn conclusie: ,,Dat restafval kunnen we dan beter in Nederland omzetten in warmte en energie, dan dat het elders in Europa op de stort belandt als daar ter plaatse geen geschikte AEC is. Helaas werken de Europese landen altijd vanuit hun eigen specifieke scope. Een integraal Europees afvalbeleid en gebruikmaken van elkaars expertise en capaciteit voor deze grensoverschrijdende problematiek, zou natuurlijk het allerbeste zijn.”