Importheffing op afval leidde in 2020 niet tot klimaatwinst
PERSBERICHT DE AFVALVERGROENERS
Amstelveen, 23 november 2021
De importheffing op afval die in 2020 werd ingevoerd om 0,2 megaton CO2-uitstoot te besparen heeft niet tot klimaatwinst geleid. Dat blijkt uit cijfers van de afvalsector. De Nederlandse afvalbranche verwerkte in 2020 meer in plaats van minder afval. Wel zorgde de importheffing voor een verhoogde uitstoot in het buitenland. Dat stellen de Afvalvergroeners, vier samenwerkende afvalenergiecentrales: ARN, Attero, AVR en EEW. Zij roepen het kabinet op om de importheffing zo snel mogelijk in te trekken zodat afvalenergiecentrales bij kunnen blijven dragen aan de Europese en Nederlandse klimaatdoelen en hernieuwbare-energiedoelstellingen.
Nederlandse afvalenergiecentrales verwerkten in 2020 juist meer afval
Uit een optelsom van de hoeveelheid verwerkt restafval van alle afvalenergiecentrales blijkt dat zij in 2020 meer afval verwerkten dan in 2019. De totale hoeveelheid verwerkt restafval betrof in 2020 7572 kiloton, terwijl dit in 2019 nog 7386 kton was. De hoeveelheid verwerkt restafval van Nederlandse oorsprong groeide van 5844 kton in 2019 naar 6489 kton in 2020. Conform het Nederlands overheidsbeleid krijgt Nederlands afval voorrang boven geïmporteerd afval. De ruimte die daardoor overbleef om geïmporteerd afval te verwerken zakte van 1542 kton in 2019 naar 1083 kton in 2020. Door de groeiende hoeveelheid Nederlandse sorteerresiduen en ander restafval is het aandeel import in de totale verwerking gezakt van 25% in 2017 naar 14% in 2020.
Geen CO2-besparing binnen Nederland
De importheffing werd in 2020 ingevoerd als gevolg van het Urgenda-vonnis. Het kabinet verwachtte dat er minder afval verwerkt zou worden door de import economisch moeilijker te maken, waardoor er in Nederland minder CO2 uitgestoten zou worden. Het kabinet benadrukte dat het Urgenda-vonnis en de hieruit voortvloeiende klimaatdoelstelling alleen betrekking hebben op de uitstoot binnen de Nederlandse grenzen. Studies van TNO, CE Delft, PwC en Eunomia toonden al voor invoering van de importheffing aan dat deze heffing niet de beoogde 0,2 megaton uitstootbesparing zou opleveren, en in Europa juist tot meer CO2-uitstoot zou leiden. De afvalcijfers over 2020 bevestigen dat er geen enkele CO2-besparing binnen Nederland is gerealiseerd.
Significante bijdrage aan de Global Methane Pledge in lijn met VN-advies
Met de import van afval wordt voorkomen dat er afval in het buitenland wordt gestort. Volgens een recente studie van de Verenigde Naties is het minder storten van afval de grootste kans voor Europa om zijn methaanuitstoot terug te dringen. Nederland heeft tijdens COP26 de Global Methane Pledge getekend, die luidt: “Participants joining the Pledge agree to take voluntary actions to contribute to a collective effort to reduce global methane emissions at least 30 percent from 2020 levels by 2030, which could eliminate over 0.2˚C warming by 2050. This is a global, not a national reduction target”.
Dit nieuwe beleid betekent dat Nederland nu niet gebonden is aan een nationale klimaatdoelstelling, maar getekend heeft om in samenwerking met andere landen dit doel te bereiken, zodat landen elkaar ook kunnen gaan helpen. TNO berekende dat met de import van 1745 kton afval in 2018 maar liefst 0,828 Mton CO2eq-uitstoot in de vorm van methaanuitstoot bespaard werd, doordat dit afval niet elders in Europa werd gestort. Door de afgenomen hoeveelheid import is de bijdrage van de Nederlandse afvalenergiecentrales aan de Global Methane Pledge in 2020 voor de rest van Europa volgens de Afvalvergroeners beperkt gebleven tot 0,514 Mton CO2eq-methaanuitstoot. Dat is weliswaar een significante bijdrage, maar zonder de importheffing kan de bijdrage aan reductie van methaanuitstoot in Europa vergroot worden. Een dergelijke bijdrage past goed binnen een solidair Europa, waarbij Nederland 19,5 miljoen ton aan afvalstromen exporteert, waar Nederland onvoldoende verwerkingsmogelijkheden voor heeft.
CO2-besparingen richting de toekomst
Afvalenergiecentrales blijven investeren om hun bijdrage aan minder Europese CO2-uitstoot te vergroten. De Afvalvergroeners hebben de afgelopen jaren de CO2-uitstoot verlaagd door de realisatie van nascheidingsinstallaties die plastic uit restafval recyclen, een innovatieve luierrecyclinginstallatie, CO2-afvang waarvan een deel geleverd wordt aan de glastuinbouw, meer warmteleveringen om de inzet van Gronings aardgas te vervangen en een groeiende groengasproductie uit restafval. Met de juiste stimulering vanuit de overheid – onder meer door het intrekken van de importheffing – kunnen afvalenergiecentrales klimaatneutraal worden en duurzame, betaalbare elektriciteit en warmte blijven leveren uit restafvalstromen die anders gestort worden en tot methaanuitstoot leiden. Het feit dat sommige Europese lidstaten als doel hebben om pas in 2040 de hoeveelheid storten van huishoudelijk restafval naar tien procent te hebben teruggebracht betekent dat zelfs tot na 2040 de Nederlandse afvalenergiecentrales bij kunnen blijven dragen aan de beloftes uit de Global Methane Pledge.