Het belang van afvalenergiecentrales (AEC’s):
,,Natúúrlijk moeten we de capaciteit van Nederlandse AEC’s optimaal benutten, ook internationaal. Het argument dat afvaltransport onwenselijk is, houdt geen stand. Een berekening van de totale emissies bij het vervoer van afval uit bijvoorbeeld Napels of Engeland toont aan dat de milieuwinst positief uitvalt als het afval op de juiste manier wordt verwerkt. Dit geldt zowel voor het klimaat als voor onze energievoorziening.”
Volgens Cozijnsen zijn AEC’s een belangrijk onderdeel van de circulaire economie. ,,Ze leveren warmte en energie en dragen bij aan recycling, bijvoorbeeld van metalen en plastics. Zelfs uit bodemassen wordt veel hergebruikt. Helaas wordt de rol van AEC’s door de Nederlandse politiek veel te negatief benaderd. Onze AEC’s zouden veel meer erkenning moeten krijgen als een effectieve methode om emissies te reduceren en de energietransitie te ondersteunen.”
Bredere kijk op afvalbeheer:
,,Je moet AEC’s als onderdeel zien van een gehele keten. De chemische industrie ziet dat ook zo: ze waarderen dat AEC’s hun end of life plastics verwerken en omzetten in energie. Ook op Europees niveau zijn we gebaat bij samenwerking en efficiënt afvalbeheer, in plaats van dat we vasthouden aan een verkrampte nationale benadering.”
,,We moeten erkennen dat we nog geen wereld zonder afval hebben. Als Nederland inzet op capaciteitsafbouw van AEC’s, dan leidt dat tot meer afvalstort in Europa. En het idee dat elk land zijn eigen AEC’s maar moet bouwen, is volstrekt niet logisch. Op termijn willen we minder AEC’s in Europa, niet meer. Dus waarom zouden we dan extra capaciteit willen creëren in Europa?”
Vraagtekens bij ETS:
,,In Brussel wordt beleid gemaakt met als uitgangspunt: hoe gaan we stort beperken? Nou, dat hebben we in Nederland allang gedaan. Dan komt er Europees beleid wat niet past bij de goede Nederlandse business. Dat de Europese Commissie AEC’s mogelijk onder het emissiehandelssysteem (ETS) wil laten vallen, kan averechts werken. Een te strenge regelgeving kan leiden tot meer afvalstort, wat methaanemissies verhoogt en het klimaatprobleem verergert.”
,,CO₂-beprijzing is bedoeld om emissies te verlagen, maar als de sector daardoor niet meer kan investeren in verduurzaming, schiet het haar doel voorbij. Bovendien bestaat het afval dat AEC’s verwerken voor de helft uit biogeen materiaal en is daarmee deels CO₂-neutraal en leidt dat bij opslag zelfs tot negatieve emissie.”
Internationale samenwerking:
,,De discussie over Italiaanse treinen met afval die naar Nederland komen, is onterecht. Als de totale uitstoot lager is door dit afval hier te verwerken, moeten we dat juist wél doen. De reflex om alles binnen de eigen landsgrenzen te houden, is niet rationaal. Internationale samenwerking is cruciaal. Als we buitenlands afval hier verwerken, dan leidt dat tot methaanreductie elders. We moeten eindelijk eens de klimaatvoordelen erkennen.”
Met het oog op bovenstaande, is Cozijnsen ook kritisch op de afvalimportheffing, die in 2021 werd ingevoerd. ,,Deze heffing kost de sector geld en veroorzaakt problemen voor andere Europese landen én het klimaat. In plaats van dergelijke belemmeringen op te werpen, zou de overheid beter kunnen kijken hoe ze de sector kan ondersteunen bij het behalen van de klimaatdoelen.”
Rationeel afvalbeleid:
,,Zolang er afval is, kunnen we dat beter benutten voor warmte en energie dan het elders in Europa te laten storten. Maar strikte regelgeving en beprijzing leiden tot meer stort, wat juist meer methaanuitstoot veroorzaakt. Nederland wil te snel te veel, maar perfectie is de vijand van het goede. Ik zou het kabinet adviseren: maak het de sector niet onnodig moeilijk. Help hen om klimaatdoelen te halen en zie internationale samenwerking vooral als iets positiefs. We hebben in Europa nog veel afval en we willen niet dat het op straat blijft liggen.”
Over onbenutte kansen:
,,Afvalimport leidt tot methaanreductie in andere landen. Dat andere land heeft daar voordeel van, dus dan zou Nederland dat moeten claimen voor de eigen sector. Dat kun je onderling via landen afspreken. Ik heb daar ook een artikel over geschreven, waarin ik aangeef dat sommige landen, waaronder Zweden, al gebruikmaken van Artikel 6 van het Parijs Akkoord. Dit maakt het mogelijk om internationale emissiereducties mee te laten tellen voor nationale klimaatdoelen. En omgekeerd gebruikt Zweden de vrijwillige CO₂-markt om bij AEC’s negatieve emissies te helpen financieren bij Stockholm Exergi en Sysan Malmö.”
,,De EU hanteert strikte CO₂-reductiedoelen. Nederland zou de ETS CO₂-markt effectiever kunnen inzetten als middel om de gezamenlijke CO₂-doelen voor de Europese industrie en energiesector te behalen, met een reductie van 62 procent in 2030 en een uitstoot van nul in 2040. Als land moet je de klimaatvoordelen naar jezelf toerekenen. Als Nederland voorkomt dat elders methaan vrijkomt, dan moet dat een waarde krijgen; die vermindering wordt nu niet meegenomen. Nederland durft niet te claimen; alsof je geen voordeel mag halen uit afvalbeleid.”