Martien Visser benadrukte direct nog maar eens dat afval verbranden altijd beter is dan storten. Binnen de EU is Nederland koploper in recycling, maar elders in Europa wordt nog steeds veel restafval gestort en dat leidt tot methaanuitstoot. Sinds de Nederlandse afvalimportheffing wordt er in Europa juist weer vaker gestort, omdat de export naar Nederland voor sommige aanbieders te duur is geworden. Een gemiste kans, vindt Visser: ,,De klimaatvoetafdruk van afvalstorten in de wereld is even groot als de CO₂-uitstoot door het mondiale vliegverkeer!”
‘Schone alternatieven’
De bijdrage van AEC’s wordt volgens Martien Visser door de beleidsmakers absoluut niet op juiste waarde geschat. Zo telt alleen het aandeel biomassa in het afval van AEC’s mee als ‘hernieuwbaar’, terwijl de werkelijke bijdrage die AEC’s leveren zo’n twee keer zo hoog is. Ook wees hij op de beperking van ‘schone alternatieven’: ,,De toename van zonne-energie is beperkt, het plaatsen van windmolens op land stuit op weerstand en windmolens in zee zijn kostbaar.”
Enorm duur
Visser benadrukte ook de potentie van AEC’s om meer hernieuwbare energie te kunnen leveren, vooral warmte. Belangrijk vanwege de grote uitdagingen bij het verduurzamen van warmtenetten. Zo wijst Nederland geïmporteerde biomassa af, terwijl volgens Visser alternatieven als geothermie en aquathermie zich nog moeten bewijzen en enorm duur zijn. En dát terwijl in het Klimaatakkoord is afgesproken om de warmtenetten enorm uit te breiden. Visser wees erop dat AEC’s snel en eenvoudig meer hernieuwbare energie kunnen leveren, vooral warmte,
CO₂-vrije alternatieven
Nederland wil het aantal warmtenetten enorm uitbreiden, maar Visser vertelde dat de duurzaamheid hiervan afhangt van de gebruikte energiebronnen. In Nederland is dat vaak nog aardgas. Kolen- en gascentrales dienen als back-up, terwijl we zouden moeten inzetten op CO₂-vrije alternatieven en restwarmte. Fiscale maatregelen belemmeren deze omschakeling. Zo is de import van biomassa, olie, kolen en aardgas nog altijd onbelast (een vorm van fossiele subsidie); terwijl de import van restafval wél wordt belast. Dat de bijdrage van AEC’s niet wordt onderkend is opmerkelijk, want juist het importeren van restafval heeft het grootste, positieve klimaatimpact. Door dit restafval hier om te zetten in warmte en energie, belandt het elders niet op de stort.
Onderbelichte rol
Tot slot benadrukten de Afvalvergroeners aan het eind van deze ontbijtsessie de onderbelichte rol van Nederlandse AEC’s in de circulaire transitie en energietransitie. En dat terwijl AEC’s van groot belang zijn voor onze maatschappij, want:
- Zonder AEC’s blijft restafval op straat liggen of moeten we het weer storten.
- Zonder AEC’s is recycling lastig (verontreinigd residu van afvalrecycling gaat naar AEC’s).
- Zonder AEC’s zal Nederland nóg meer energie moeten importeren dan het nu al doet.
De Afvalvergroeners dringen aan op een breder (Europees) perspectief om te kunnen bijdragen aan de klimaatdoelen en hernieuwbare energiedoelen.