04-09-2024
Deel dit bericht

Paul Nillesen en Cristian Swager(PWC): Burgers en gemeenten moeten rekenen op hogere afvalkosten

Verbrandingsbelastingen, afvalimport- en CO₂-heffingen. Afvalenergiecentrales worden zwaar belast en het eind lijkt niet in zicht. Zo staat in de Voorjaarsnota dat per 2030 de CO₂-heffing op AEC’s met 1 megaton extra wordt aangescherpt. De burger gaat dat in zijn portemonnee voelen, voorspelt Paul Nillesen, partner en energiespecialist bij PwC.

De CO₂-heffing is een nationale aanvulling op het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) die tot doel heeft de uitstoot van verontreinigende stoffen terug te dringen. Dat Nederland daar nog een schep bovenop doet, verstoort niet alleen de Europese afvalmarkt, maar leidt tevens tot een kostenpost voor afvalbedrijven, zegt Paul Nillesen, partner en energiespecialist bij PwC. “De kosten van het verwerken van afval gaan omhoog, zowel voor bedrijven als gemeenten. De combinatie van ETS en de nationale heffing leidt voor de sector tot een extra last van 360 miljoen in 2030. Zowel de publieke als de private AEC’s zullen die extra kosten aan gemeenten doorbelasten en dat zal voor de burger tot kostenverzwaring leiden. Die rekening moet immers gewoon betaald worden.”

Eerder en méér

Dat in de Voorjaarsnota staat dat per 2030 de CO₂-heffing op AEC’s met 1 megaton extra wordt aangescherpt, betekent volgens Nillesens collega Christian Swager, Strategy Consultant Energy Transition bij PwC, dat er in dat geval méér en eerder moet worden betaald. “Het vrijgestelde deel van de heffing zal sneller worden teruggewonnen en in 2030 op een absoluut hoger niveau liggen. Al voor 2026 moet mogelijk al een tarief worden betaald voor afval in het nationale CO₂-systeem. Dit betekent dat bedrijven of individuen sneller met hogere kosten te maken kunnen krijgen met een significant hoger niveau tegen 2030”, aldus Swager.

Technologie

Nillesen benadrukt het belang van een goede balans tussen doel en middel. “Het doel van deze heffing is niet om inkomsten te genereren. Het doel is minder afval creëren en afval efficiënter te verwerken. Minder CO₂-uitstoot, dat is het idee erachter. Maar dan moet daar wel iets tegenover staan. Er wordt bijvoorbeeld subsidie verstrekt voor het afvangen en opslaan van CO₂, maar niet alle AEC’s zijn even goed gepositioneerd voor Carbon Capture and Storage (CCS is de technologie om CO₂-uitstoot op te vangen en ondergronds op te slaan, red.). Je moet als overheid dus kijken naar het aanpassingsvermogen van de verschillende spelers. Afval is bovendien relatief duur om CCS op toe te passen, voegt Swager toe. Je hebt te maken met onzuivere CO₂-stromen en het biogene deel binnen de afvalverbranding wordt niet meegeteld in de afvang, waardoor je relatief grote installaties nodig hebt, en voor afvalbedrijven is het lastig om subsidie toegekend te krijgen doordat AEC’s met elkaar en met andere sectoren met goedkopere CCS-technologieën concurreren om deze subsidies.”

Weglekeffecten

Nillesens collega bij PwC, prof. dr. Gülbahar Tezel, stelde eerder in Trouw dat het te simpel is om fossiele fabrieken in Nederland hoge klimaatkosten in rekening te brengen. Professor Tezel waarschuwt dat hierdoor de mondiale klimaatschade juist toeneemt. Nillesen beaamt dat. “En dat geldt ook voor ons afvalbeleid. Doordat het verwerken van afval hier steeds duurder wordt, wordt het in de landen van herkomst weer vaker gestort. Storten leidt tot schadelijke methaanuitstoot, dus dat is precies het punt dat wij maken. Als je te ver vooruit wilt lopen in een markt die open is, dan loop je het risico op weglekeffecten. In geval van de afvalmarkt: dat de CO₂-uitstoot elders plaatsvindt. Door afval hier om te zetten in energie, voorkom je dat het elders wordt gestort. Ik betwijfel of afvalverwerking in andere landen snel duurder wordt, want het is voor heel veel landen nu al een hele uitdaging om aan de Europese wet- en regelgeving te voldoen.”

Goede aanbevelingen

De Afvalvergroeners pleiten er al langer voor dat er een markt wordt gecreëerd voor gerecyclede grondstoffen; deze moeten kunnen concurreren met fossiele/virgin grondstoffen. Dit kan volgens de Afvalvergroeners door het instellen van een bijmengverplichting van recyclaat in nieuwe producten. Een circulair inkoopbeleid, wat consistent is met de recyclingdoelstellingen en differentiatie in de verbrandingsbelasting (geen verbrandingsbelasting op residuen uit nascheiding, sortering en recycling zodat de verwerking van recyclingresidu betaalbaar blijft, maar alleen belasting op ongesorteerd afval). Nillesen: “Dat zijn goede aanbevelingen. Die bijmengverplichting komt er al op Europees niveau, dus ook hier is het van belang dat we Europa volgen en geen nationale maatregelen nemen.”

Milieu-impact

Dat veel politici tegenwoordig spreken over een ‘circulaire economie’ betekent volgens Nillesen niet dat we naar een afvalvrije toekomst gaan. “Een wereld zonder afval zie ik niet gebeuren. Ik zie wel een wereld voor me waarin we ons realiseren wat we met afval doen. Het is van belang dat we nadenken over hoe onze producten en verpakkingen goed recyclebaar zijn, met de minste milieu-impact. Hoe optimaliseren we de technologie om weer zoveel mogelijk met dat spul te kunnen doen: mechanische recycling of chemische? Daar moeten we ons op richten. Als je die keten weet te sluiten, dan is het niet erg dat je afval hebt, want dan komt het terug de keten in. En van het restafval dat in AEC’s belandt, creëren we duurzame warmte en energie in een periode waarin leveringszekerheid en minder afhankelijk zijn van andere landen en bronnen belangrijk is.”

 

Afvalvergroeners.nl maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn, daarnaast willen we graag uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u beter en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?