Dat de afvalmarkt een Europese markt is, is volgens Paul Nillesen duidelijk. “Tegelijkertijd moeten we de ambitie van de overheid erkennen om qua duurzaamheid wat sneller te gaan dan gemiddeld in Europa; de ambitie om leidend te zijn in bepaalde technologieën. Maar dan is het voor de sector wel van groot belang dat er sprake is van een goede balans. Als je voorop wilt lopen, zoals met de nationale CO₂-belasting bovenop Europese heffingen, dan moet je bedrijven ook in staat stellen om zich aan te passen. Als je een stok hebt (CO₂-belasting) moet je ook een wortel bieden, in de vorm van subsidies om aanpassingen en investeringen te doen. Doe je dat niet, dan benadeel je Nederlandse bedrijven t.o.v. hun Europese concurrenten en dan gaat het ten koste van hun competitiviteit.”
Beter beleid
Soms werkt beleid averechts als het gaat om duurzaamheid. Nillesen wijst op de effecten van de afvalimportheffing waarmee de overheid de nationale CO₂-uitstoot wil terugbrengen. “Die maatregel gaat verder dan beleid elders in Europa en dat leidt mogelijk tot een weglekeffect. Restafval dat anders in Nederland wordt omgezet in warmte en energie, belandt nu mogelijk elders op de stort. Storten leidt tot uitstoot van het schadelijke broeikasgas methaan. In Nederland hebben we dan misschien een reductie van de CO₂-uitstoot bewerkstelligd, maar wereldwijd gaat de uitstoot juist omhoog. Vanuit ons kleine Nederland kun je dan denken: wij hebben ons doel gehaald, maar feitelijk heb je het alleen maar erger gemaakt. Want CO₂ stopt niet aan de grens. Beter is het om op Europees niveau te pleiten voor strengere maatregelen en beter beleid, want dan doe je het samen.”
Meer capaciteit
Nillesen wijst ook op de afvalstromen die vanuit Nederland naar andere Europese landen gaan. “Het is niet zo dat wij alleen maar importeren, wij exporteren ook. Als je de import niet wilt, dan moet je consequent zijn en de export eveneens niet willen toestaan. Maar afval is natuurlijk gewoon een internationale markt; afval zoekt zijn weg, zowel economisch als milieutechnisch. Nederland heeft uitstekende afvalenergiecentrales met een hoge efficiency, dus wij kunnen efficiënt bijdragen aan het afvalprobleem dat we in Europa hebben. Bovendien hebben we in Nederland meer verbrandingscapaciteit dan afval, dan zeg ik: benut die capaciteit dan ook, want dat is economisch aantrekkelijk, maar ook vanuit milieuoogpunt verstandig om te doen.”
Optimaal benutten
“Europa moet het doen!” zegt Nillesen stellig. “Op Europees niveau zou je de regels aan kunnen scherpen met betrekking tot het storten van afval – en het naleven van die regels. We kunnen afval beter in Nederlandse afvalenergiecentrales verwerken en daar warmte en energie uit terugwinnen, dan dat we het elders in Europa storten. Kortom, in Europa moeten de normen (en stortbelastingen) omhoog en in Nederland moeten we nadenken hoe we de afvalenergiecentrales kunnen helpen nog schoner en efficiënter te worden. Te denken valt aan afvang en opslag van CO₂ en meer producten uit het afval halen aan de voorkant. Nieuwe centrales in andere Europese landen zijn nodig, maar de ontwikkeling hiervan duurt jaren, en dus moeten we de capaciteit die er nu al is in Nederland optimaal benutten.”
Positieve prikkels
Nillesen vervolgt: “De hoogwaardige afvalverwerking zit echt in Noordwest-Europa, Nederland, Zweden en Duitsland. Wij kunnen ervoor kiezen om onze afvalbedrijven tot de meest energie- en milieutechnisch duurzaamste ter wereld te maken. Dat realiseer je met positieve prikkels; met subsidies voor CO₂-opslaginstallaties en installaties om alle waardevolle grondstoffen uit het afval te halen. Daar moeten we echt in investeren, want dan wordt Nederland een grondstoffenhub, een plek waar heel veel partijen gebruik van willen maken. Het is economisch en milieutechnisch aantrekkelijk. Bovendien kun je de kennis die je opbouwt ook exporteren naar al die landen die achterlopen. Dus als je het over groene groei hebt, liggen hier de kansen.”
Nieuwe kabinet
Tot slot heeft Nillesen een advies voor het nieuwe kabinet: “Kijk met trots naar onze afvalsector, want die behoort tot de beste van Europa. Wij zijn koplopers op het gebied van afvalverwerking en recycling. Deze sector kan een heel belangrijke rol spelen in het verder vergroenen van ons land en daarbuiten. De overheid kan de sector benutten om haar eigen doelstellingen te realiseren als het gaat om recycling en CO₂-reductie. Moedig bedrijven aan efficiënter te worden, nieuwe technologie te introduceren en competitief te blijven in Europa en neem zelf maatregelen die deze bedrijven helpen de doelstellingen te halen die je als overheid voor ogen hebt, binnen de Europese context.”